Gulielmus Feugueraeus, theologus per illud tempus non incelebris, Rotomagi natus atque e Gallia in Academiam Lugduno Batauam honorifico stipendio accitus vt post D. Coolhasium,14 qui eam prouinciam ad tempus tantum tunc sustinebat, thologici studii fundamenta in hac felicibus iam auspiciis crescente Academia iaceret. Vocationem oblatam amplexus anno MDLXXV in vrbem Leidensem venit eodemque ipso anno professionem suam ibidem exorsus. Solus eam sine collega aliquamdiu primus ordinarie obiuit vsque dum dominus Bollius15 ei collega adiungeretur.16
Gulielmus Feugueraeus, een niet onbekende theoloog in die tijd, was geboren in Rouen en kreeg een uitnodiging om uit Frankrijk naar de Academie in Leiden te komen voor een eervol salaris, om als opvolger van de heer Coolhaes, die toen die taak voor zo'n lange tijd uitvoerde, de fundamenten te leggen van de studie theologie met gunstige vooruitzichten in deze groeiende Academie. Hij gaf gehoor aan de uitnodiging die hem voorgelegd was en in het jaar 1575 arriveerde hij in de stad Leiden en in datzelfde jaar startte hij daar zijn professoraat. Hij aanvaardde dat aanvankelijk in zijn eentje, een periode zonder collega als gewoon hoogleraar, totdat de heer Bollius zich als collega bij hem voegde.
Vix professionem ingressus disputationum creberrimarum mox exercitia proponebat hacque sua diligentia ad Academiam frequentandam studiaque theologiae ibidem capessenda. Plurimorum tam exterorum quam indigenarum animos mirifice accendebat, adeo vt iam inde ab hoc tempore obseruare liceret certissima Academiae caput suum aliquando magnifice erecturae, indicia.
Nauwelijks was hij aan zijn professoraat begonnen of hij bood weldra ook met de hem eigen zorgvuldigheid activiteiten aan in de vorm van heel druk bezochte debatten om de toeloop naar de Academie te stimuleren en om de studie theologie ter plekke aan te vatten. Zeer velen zowel van buiten als van binnen (de stad) stimuleerde hij wonderbaarlijk, zozeer dat het toch al vanaf die tijd mogelijk was heel zekere kenmerken te zien van een Academie, die zich eens grootselijk zou verheffen.
Anno vero MDLXXIX rebus ipsius id ita exigentibus ad suos iterum in Galliam reuersus est atque prouecta iam multum aetate ibidem vbi natus fuerat quod paucis inter peregrinationes suas conceditur, vitam cum morte commutauit anno, vt rumor est, MDCXIII.
In het jaar 1579, nu, toen zijn eigen besognes dit zo eisten, is hij weer teruggekeerd naar zijn familie in Frankrijk. En op een al ver gevorderde leeftijd heeft hij daar waar hij geboren was, wat enkelen op hun levensreizen vergund wordt, het tijdelijke met het eeuwige verwisseld in het jaar 1613, zoals het gerucht gaat.
Scripta quibus quidem Academiam Leidensem celebrem reddere studuit, ea fere haec sunt:17
Bertrami presbyteri de corpore et sanguine Domini liber ad Carolum Magnum imperatorem, Guilielmi Feugueraei opera emendatus et commentario illustratus.
Guilielmi Feugueraei responsa ad cuiusdam obscuri inquisitoris in Zelandia delitescentis de ecclesiae perpetuitate et notis deque aliis quinque eodem pertinentibus capitibus quaestiones.
De geschriften waarmee hij zich er zeker op toelegde de Leidse Academie beroemd te maken zijn ongeveer de volgende:
Een boek van pater Bertramus over het lichaam en het bloed van de Heer, opgedragen aan keizer Karel de Grote, door het werk van Guilielmus Feugueraeus verbeterd en met een commentaar verduidelijkt.
De antwoorden van Guilielmus Feugueraeus op de vragen van een zekere roemloze inquisiteur die zich in Zeeland schuilhield over de eeuwigheid van de kerk ook met aantekeningen, met naar aanleiding daarvan vijf andere hoofdstukken die hetzelfde betreffen.
Hunc libellum Justus Lipsius, quod magni eum aestimaret, hoc elegio sub illud tempus prosequebatur:
Duplicia Hesperii rupistis vincla tyranni
Mattiaci atque armis asseritis patriam
asseritisque fidem, patriam sed turbat Iberus
ecce iterum, ecce fidem turbat hic ardelio,
verum alii patriam, sed tu Feugraee tueri
perge fidem et fidei qui faciunt tenebras
scriptis illucere tuis, sunt vera ministri haec
munia et ingenio digna tuo et genio.
IVSTVS LIPSIVS
Justus Lipsius voorzag dit boekje, omdat hij het hooglijk waardeerde, in die tijd van de volgende lofrede:
De dubbele boeien van de tyran uit Spanje hebben jullie gebroken,
Zeeuwen, en met wapens bevrijden jullie het vaderland,
en jullie beschermen het geloof, maar kijk, weer
woedt de Spanjaard in het vaderland, kijk,
deze druktemaker brengt het geloof in verwarring,
maar anderen het vaderland, maar jij Feugueraeus, ga door
het geloof in bescherming te nemen
en met jouw geschriften het geloof te belichten, dat zij tot duisternis maken.
Dat zijn de echte plichten van een dienaar
en jouw talent en goede geest waardig
Justus Lipsius